Exodus 20:12a, Spreuken 23:22

Lezen: Efeze 5:22-29; 6:1-4
Zingen: Lied 95:1-2; 95:3; Ps. 25 :3; 78:2; 103:5; Lied 434:1-5

Gemeente van onze Here Jezus Christus.

De winkeliers hebben het slim bekeken: elk jaar hebben we niet alleen een moederdag, maar ook een vaderdag. Veel mannen worden vandaag blij gemaakt met een flesje af­ter­shave, een paar sokken of een nieuw stuk gereedschap. Dat kunnen aardige momenten zijn voor vaders. Op die dag staan ze in ere.

Maar nu alle andere dagen van het jaar! Wat krijgt va­der dan van moeder en de kinderen? Ontvangt hij dan het hem toekomende respect, zoals God in het vijfde ge­bod van ons eist: ‘Eer uw vader…’? En in de spreuk: ‘Luister naar je va­der, hij die je verwekt heeft’?

Hoort u hoe open en eerlijk de Schrift over deze din­gen spreekt? ‘Hij die je verwekt heeft.’ Hoe vaak lees je ook niet: ‘Hij had gemeenschap met haar en zij baarde hem een zoon’. Vader had gemeenschap met moeder en zij baarde hem (!) – jou! Zo schiep God jou als mens.

Vrienden en vriendinnen kun je zelf uitzoeken, maar Gód gaf jou deze man als je vader. Hij ‘ge­won’ jou (ook bij­beltaal) bij moeder. En nu wil God dat je levens­lang deze man eert. Het Hebreeuws zegt feitelijk dat je zijn gewicht moet erkennen, zodat hij een gewichtig man voor je is.

Gebeurt dit onder ons? Erkennen we vaders positie in huis? En hóe doen we dit? Afgedwongen of uit ge­loofsgehoorzaamheid aan Gods gebod? En hoe gaat vader zelf met zijn positie om? Kent hij naast zijn rechten ook zijn plichten? Maakt Hij het ons mak­kelijk om hem te eren of juist moeilijk? Daarover wilde ik in deze dienst wat Schriftlicht laten schijnen, vooral vanuit Efe­ziërs 5 en 6 (dat ik natuurlijk niet vers voor vers kan bespreken).

Ja, je vader! Dat is de man die heel veel van je houdt en die je als peuter voor op zijn fiets meenam. De man tegen wie je als klein kind zo hoog opkeek en bij wie je je zo veilig voelde. Zolang je nog thuis was, werkte hij voor je eten en drinken, je kleren en schoolboeken en het huis waar jullie woonden. Deze man bad God op zijn knieën om het behoud van jouw leven, toen je eens met hoge koorts in het ziekenhuis lag. Jazeker, soms wees hij je terecht en strafte hij je wel, maar ach­teraf geef je hem groot gelijk. Hij leerde je gehoorzaam­heid en ver­ant­woordelijkheidsbesef. Nu twijfel je er niet aan dat hij dit deed uit liefde en voor je levensgeluk.

Misschien leeft je opa nog, de grootvader, de vader van je vader. Jouw vader staat tussen hem en jou in. Jouw vader is de schakel tussen jou en je voorgeslacht. Hij zal je daarvan wel het een en ander verteld hebben. Anders moet je hem er maar eens over vragen. Wie je vier groot­ouders waren en hoe die leefden. Zo leer je Gods gena­dige be­moeienis met je fa­milie kennen.

Reken maar dat je grootvader geen avond naar bed gaat (of ging) voor­dat  hij al zijn kinderen (jouw vader) en zijn kleinkinde­ren (jou en je broers en zussen) aan de Vader in de hemel heeft opgedragen. Weet je wat ook iets moois is? Als opa bij jullie eet en vader na de maaltijd aan hem vraagt: ‘Wilt u met ons lezen en bidden?’ Als je dan ook nog samen zingt, dan zie je bij jullie het slot van Psalm 79: ‘Ge­slacht meldt aan geslacht, uw goed­heid en uw kracht, de grootheid van uw daden’.

Ja, vader! Dat is ook de man die je kort na je geboorte met moe­der naar de doopvont bracht, want hij geloofde dat jij reeds als baby een ‘erfgenaam van het Rijk van God en van zijn ver­bond’ was en dat God die genade aan jou wenste te verzege­len. Maar eerst moest hij toen plechtig beloven dat hij je bij het opgroeien zou on­der­wijzen in de christelijke leer.

Kunnen en doen onze vaders dat nu ook? Praten ze wel met hun grotere kinderen over de preek? Brengen ze de grote we­reldgebeurtenissen wel eens in verband met wat de Bijbel leert? Wordt de president van Amerika voor de wereld ten voordeel of ten oordeel? Wat wil God met de ontwaakte meedogenloze Islam? ‘Jon­gens, laten we bidden dat God die geen macht over ons geeft.’ Bidden de vaders aan tafel ook wel eens voor de regering? En voor terugkeer van ons land en volk naar God en zijn verbond?

Vaders, weten jullie in welke geest jullie kinderen leven en les krijgen op school? Bidden jullie aan tafel ook heel ge­woon dat de Here God hun huiswerk wil zegenen?  En bid je met ze als ze voor een toets of examen zitten dat zij hun werk nu niet zullen ver­knoeien door hun zenu­wen? En dat ze sterk zullen staan als jongens of meisjes hen tot zonde willen verlei­den door alcohol, drugs, onze­delijke bladen en films? Bid je voor en met ze als ze sol­liciteren? Breng je ze zo de vreze des Heren bij?

Ik heb er eerlijk gezegd wel zor­g over. Waarom? Onder meer omdat wij amper leerdiensten en catechis­musprediking meer kennen. Dat moet wel leem­ten aan Schriftkennis tot gevolg hebben. Ik geef al veertig jaar een Bij­belcursus, maar daar komen bijna alleen vrou­wen en wat oudere mannen, maar nauwelijks jonge vaders. Of die dan thuis voor zichzelf wèl regelmatig een flink stuk in de Bijbel lezen of een goed boek over de Heilige Schrift? Ik betwijfel het. Maar wat je zelf niet weet, kun je je kinderen ook niet overdragen (laat staan een buiten­kerkelijke). Zo wordt het hele gezins- en kerkelijke leven opper­vlakkiger. Iemand noemde dit ‘de versimpe­ling en de ver­suikering’ van de kerkdiensten. En u weet wat de Here door Hosea zei: ‘Mijn volk gaat te gronde door het gebrek aan kennis’ (4:6).

Ja, vader-zijn is een voornaam ambt, een zeer belangrijke taak, zeg maar een bediening die God je oplegt. Jij bent als vader het hoofd van het gezin en draagt de laatste ver­antwoordelijkheid. We hebben het net gelezen: ‘Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer, want een man is het hoofd van zijn vrouw, zoals Christus het hoofd is van de kerk’ (Ef. 5:22).

Zo is het nog altijd Gods orde: ‘Christus is het hoofd van de man, de man is het hoofd van de vrouw en God is het hoofd van Christus’ (1 Kor. 11:3). De man heeft dus wel degelijk zelf ook een hoofd boven zich, ja zelfs Jezus Christus heeft God als zijn hoofd boven zich!

Zeker, vader staat er niet alleen voor. God gaf hem moe­der als zijn onmisbare steun, zoals Hij Eva naast Adam plaatste om hem bij te staan. Maar Adam droeg als man de hoogste verantwoordelijkheid. Wij zondigden als mensheid niet ‘in Eva’, hoewel zij de eerste was die zon­digde, maar ‘in Adam’!       

Intussen hebben de mannen en vrouwen die deze scheppings­orde eerbie­digen, het in onze moderne wereld al­lesbehalve ge­makkelijk. Het Goddelijk vaderambt wordt zwaar aange­vochten en vaders gezag wordt flink ondermijnd. ‘De man het hoofd van zijn vrouw? Kom nou, zeg!’ Dat wordt zelfs in or­thodoxe kringen glimla­chend tegengesproken. Eer­lijk gezegd lijken veel chris­tenmannen het zelf ook best te vinden dat zij niet als hoofd van hun gezin beschouwd worden. Zij laten de lei­ding van het ge­zin – ook nog ge­makzuchtig – in handen van hun vrouw. ‘O, dat zoekt zij wel uit.’

Dat zijn nog steeds de gevolgen van de Franse Re­volu­tie van 1789, met haar leus: ‘Vrijheid, gelijkheid en broeder­schap!’ ‘Ni Dieu, ni maître. Geen God en geen meester’. Sindsdien staan alle gezagsverhoudingen in Eu­ropa en Ame­rika op losse schroeven, want gezag daalt niet áf van God, maar komt óp uit het soevereine volk.

De grote ongelovige massa erkent ook geen he­melse Vader meer, van wie al het aardse, menselijke va­derschap een af­beelding mag zijn. Een hemelse Vader die Goddelijk gezag over je uitoe­fent, die je liefheeft en voor je zorgt, je leidt en aan zijn gebo­den bindt en je zo nodig straft?

U ziet het om u heen. Wie de hemelse Vader niet meer erkent, krijgt moeite met het aardse vaderschap. Vaders die je niet alleen liefheb­ben en je wensen vervul­len, maar je ook de wet stellen en die handhaven? Er ver­schijnen boeken onder de titel: Het vader­loze tijdperk en De wereld heeft geen vader. Omdat veel vaders hun roe­ping niet meer kennen en voortijdig afstand hebben ge­daan van de regering.

[Ik las bij een christenpsychiater dit: ‘Wanneer ik  mijn neuro-psychiatrische spreekuurervaring gebruik, dan zou ik zeggen dat er tegenover  iedere vrouw die bang is voor haar man, tenminste tien mannen staan die bang zijn voor hun vrouw’ (Van der Does de Willebois, 78)]  

Dat is de tijdgeest die we inademen wanneer we voor de tv zitten,  de reclame bekijken, kranten lezen en zijn in­vloed op de mode zien. Onze westerse wereld is door en door antiautoritair in­ge­steld. Haar sleutelwoorden zijn: mondig­heid, democratise­ren, medezeggenschap. In zo’n afvallige en op­standige wereld moeten onze mannen het ambt van vader uit­oefenen en chris­telijke gezinsverhou­dingen tot stand brengen.  

Zijn eer als vader en hoofd van het gezin spreekt niet meer vanzelf, hij moet zich ‘waarmaken, zoals de leraar en de directeur en de minister hun gezag moeten ‘waarmaken’, an­ders laten we ze vallen.

Maar God wil dat je vader eert, omdat Hij deze man als jouw vader uitkoos en dat Hij hem met gezag be­kleedde. Ook moeder moet erkennen dat God hem het hoogste gezag gaf. Dat doet ze ook wanneer ze zegt: ‘Vraag dat maar aan je va­der’. Waarop die dan heel vaak antwoordt: ‘Wat zegt je moe­der er­van?’ Zo erkent hij haar als zijn steun en toeverlaat.

Maar wacht nu eens even! Wordt die man zo geen huisti­ran? Nee. Als hij een oprecht gelovige is, die Christus als zíjn hoofd eerbiedigt, dan wordt zo’n vrome vader geen dictator. En als hij dat wel wordt, is hij zijn hoofd Chris­tus ongehoor­zaam.

Nu, wat de christelijke huwelijksorde inhoudt, heb­ben we net gelezen in Ef. 5. Zeker, daar staat om te be­ginnen: ‘Vrouwen, erken het gezag van uw man als dat van de Heer’ (5:23. Let wel, dat is niet de cultureel be­paalde en achter­haalde visie van een zekere Pau­lus, een antieke theoloog, zo­als helaas ook in orthodoxe kring beweerd wordt. Maar dat is de huwelijksorde die God bij de schepping van Adam en Eva instelde. Zeg maar: de oorspronkelijke paradijsorde.

In de tweede plaats moeten vrouwen zich aan het gezag van haar man onderwerpen zoals de kerk het gezag van Christus erkent. Nou, zeg nu zelf, zúchten wij als kerk onder het gezag van onze Heer en Heiland? Of doen we niets liever dan Hem eren met woord en daad?

Maar dan nu nog eens die vaders. Biedt hun hoofd-zijn dan geen vrijbrief om huistirannen te worden? Nee! Dan mis­bruiken wij het woord hoofd voor een karikatuur van het christelijke hu­welijk. Denk nu eens even aan uw eigen hoofd. Wat doet uw hoofd nu anders dan dag en nacht liefde­vol voor ons lichaam zorgen, er­voor opko­men, het leiden en beschermen? Oneindig veel lief­devol­ler komt Jezus Christus als hoofd van zijn ge­meente voor haar op. En aan dat liefde­volle hoofd moeten de ge­trouwde christenmannen hun hoofd-zijn afstemmen.

Vader moet dus in alle opzichten voor zijn vrouw en kinderen een heilzaam, een dienend  hoofd zijn. ‘Man­nen’, schreef Paulus, ‘heb uw vrouw lief zoals (!) Chris­tus de kerk heeft liefgehad en zich voor haar heeft prijs­gegeven.’ Nou, ga er maar aan staan als christenman! Ziet u dat mannen hier een nog gro­tere opdracht krijgen dan hun vrouwen? Haar liefhebben met een op­offerende liefde! Jezus’ voorbeeld en diens liefde volgen kan nooit zelfzuchtige eigenliefde voortbrengen. Jezus’ liefde draaide nooit om krij­gen, maar altijd om geven.

Hoofd-zijn in een christelijk huwelijk houdt leider­schap en eindverantwoordelijkheid in, maar nog meer liefde­volle zelfovergave voor vrouw en kinderen. Precies het tegen­over­gestelde van de karikatuur die men hiervan maakt: de man op de troon en zijn vrouw als zijn sloofje op zijn voeten­bank. 

Waar beiden Christus navolgen, is zowel tirannie als slavernij uitge­sloten. Want waar liefde woont, heersen geduld en goedheid en geen afgunst, ijdel vertoon, grof­heid, zelfzucht en concur­rentiestrijd, lees 1 Kor. 13.                                               

Met dit evangelie begon Paulus de ware bevrijding van de vrouw in Europa. Hij tastte er alle heidense huwelijkswan­orde in de wortel mee aan. Wat kan het ge­luk van moeder en kind immers beter garanderen dan wat de Schrift hier vader ge­biedt? Hij moet in zijn huwelijk een voorbeeld nemen aan de liefde van Christus, de zui­verste en meest zelfverloochenende liefde die ooit op aarde vertoond is en zo zijn vrouw en kinde­ren leiden, beschermen en verzorgen.

Ik zou zeggen: wat zal de vrouw van zo’n man lie­ver doen dan hem daarom eren? En bidden dat haar dochters straks ook zó’n man mogen ontvangen.

Nu tenslotte nog even iets over de kinderen.

Aan hen schreef de apostel: ‘Kinderen (-), toon eer­bied voor je vader en moeder’, want dat is een funda­menteel  gebod met een belofte van levensgeluk. Uit on­gehoorzaam­heid aan dit gebod kan alle mogelijke ellende voortkomen: moord en doodslag, echt­scheiding en pros­titutie, diefstal en afpersing, liegen en bedrie­gen, overlast en (dodelijke) ver­keersovertredingen.

Veel daar­van had voorkomen kunnen worden als men­sen zich aan het fundamentele gebod hadden gehou­den: ‘Eer uw vader en uw moeder!’ Vader had nog zo gewaarschuwd, maar nee hoor. Tot in regeringskringen maakt men zich be­zorgd over de ontbinding van de mo­derne westerse samenle­ving. Grondoorzaak? Ongehoor­zaamheid aan het eerste en het vijfde gebod.

Maar dit gebod heeft ook nog een andere zijde: vaders kunnen hun gezag ook  misbruiken! In Paulus’ tijd waren veel huisvaders inderdaad huistiránnen. Het tegenbeeld van de he­melse Va­der, die barmhartig en genadig is, ge­duldig en groot van goe­der­tierenheid, niet eindeloos twist en eeuwig toornt (Psalm 103). Zulke harde vaders kregen dit van Paulus te ho­ren: ‘Va­ders, maak uw kinderen niet verbitterd, maar vorm en ver­maan hen bij het opvoeden zoals de Heer dat wil’ (Ef. 6:4).

Daar kun je tussen haken ook uit afleiden dat va­ders de opvoeding van hun kinderen niet helemaal aan moeder en nog minder aan kerk en school mogen overla­ten. Er is in het leven van een kind geen belangrijker in­vloed dan die van zijn gelo­vige vader en moeder. Maar daar hadden we het al over.

Paulus waarschuwt met name de vaders hun kin­deren niet verbitterd en moedeloos te maken. Want vader heeft nu wel het hoogste gezag in huis, maar niet om zijn kinderen on­der zijn autoriteit te verpletteren en alle onaf­hankelijkheid te ontnemen. Reken maar dat kinderen het feilloos merken of ze gestraft worden uit liefde of in blinde drift. Lees maar in de Bijbel hoe liefdevol en ge­duldig God met Israël omging.

God vraagt van òns toch ook geen blinde en slaafse gehoorzaam­heid? Hoeveel voorschriften in het boek Spreuken zijn niet met redenen omkleed. ‘Doe dit, want dan voorkom je dat.’ Respecteer toch als ouders de gren­zen van wat een kind al kan of nog niet kan. Sommige vaders be­handelen een tiener alsof het nog een kleuter is.

Het is ontstellend hoeveel mensen door een harde opvoe­ding levenslang psychisch zijn beschadigd en als vol­wassenen nog vol bitterheid zitten vanwege hun auto­ritaire en hardvochtige vader. Sommigen koesteren op oudere leeftijd nog wrok vanwege de vernederingen waarmee zij in hun jeugd zijn getergd. Je hebt ouders die zelfs hun getrouwde kinderen nog willen regeren.

Vorm en vermaan ze zoals de Heer dat wil’, houdt de apostel ons voor. Maar dat verder uitwerken gaat het kader van deze preek te buiten.

Bijbel lezen, Bijbel lezen, Bijbel voorlezen, le­venslang, iedere dag, is op zichzelf van hoge opvoedende waarde, want daarin komt het hele mensenleven ter sprake. Wanneer het ge­sprek gaat over grote en kleine gebeurtenissen moeten vaders daar eenvoudigweg wat Schriftlicht over laten schijnen. Zoals bijvoorbeeld bij een schokkend doodsbe­richt: ‘Ja, jongens, de Here Jezus zei het vaak: Wees dus waakzaam.’. Daarom zei ik aan het begin van de preek: Va­ders, zorg dat je wat parate Schriftkennis hebt.

Hiermee heb ik wat Schriftlicht laten schijnen over het vader­schap en ons christelijke gezinsleven. Uiteraard lang niet vol­ledig, maar wel fundamenteel.

Kunnen alle vaders wat we vanmorgen aanroerden? Nee, want alle vaders zijn niet gelijkelijk begaafd en zelf ook men­sen vol zonden en gebreken. Ze kunnen niet mééster zijn op alle punten. Wie verwacht er nu vol­maakte vaders? Zalig de man die er biddend naar streeft zijn heerlijk vader­ambt te bekleden zoals de Heer het wil. En gezegend de vrouw en kinderen die een vader hebben of hadden die wer­kelijk vader was.

Ik bedoel niet dat hij altijd gelegenheid had om met je te spelen. Trouwens, hoe kort duurt die speelleeftijd? Nee, ik bedoel een vader die je liet voelen hoeveel hij van jou en je moeder hield. En dat hij het meende wat hij aan tafel bad. En dat hij zelf ook deed wat hij uit de Bijbel voorlas. En dat hij ook van Gods gemeente hield.

Vaders, kom, nu niet moedeloos worden hoor! Vraag de Heer maar veel om wijsheid, want dat is een wondermiddel. Als je daarom bidt, geeft Hij je die zonder ver­wijten. Pleit ook maar veel op de doop van je kinderen en houd de Here voor dat het ook zijn eer raakt dat onze kinderen bij Hem blij­ven, want dat is toch het hoogste doel van je vaderschap?

Troost je er maar mee dat Gods kracht altijd in zwak­heid wordt vol­bracht. En dank Hem vooral dat je er als hoofd van het ge­zin niet alleen voor staat, maar dat God je de steun gaf van haar bij wie je je kinderen ‘ge­won’. Dank Hem ook als je mag be­leven dat je vrouw en je kinderen je eren en liefhebben!

Jongens en meisjes, eer de vader die God jou gaf. Heb geduld met zijn gebreken, dan denkt God: Goed zo, jongen! Goed zo, meisje! Eer jij je vader? Dan eer Ik jou!

Moge de Heer alle vaders en moeders, jongens en meisjes in deze gemeente zegenen door hun gehoorzaam­heid aan zijn heilzame scheppingsorde voor huwelijk en gezin. Dan vormen wij de nieuwe mensheid, die door Gods Geest vernieuwd wordt naar het beeld van Jezus Christus, onze Heer, die zijn hemelse Vader en zijn va­der-voor-de-wet, de timmerman Jozef,  levenslang vol­maakt gehoorzaam was.

AMEN